Stage
De stage in het praktijkonderwijs bestaat uit vier delen:
» Intern en Maatschappelijk (leerjaar 2)
» Oriëntatie (leerjaar 3 en gedeelte 4)
» Verdieping (leerjaar 4 en 5)
» Plaatsing (leerjaar 4 en 5)
Intern en Maatschappelijk
In leerjaar 2 lopen de leerlingen stage binnen de school. Dat noemen we interne stage. Er zijn daarvoor vijf stageplekken. Deze stage laat de leerling kennismaken met zelfstandig werken. Op de volgende plaatsen kan de leerling stage lopen:
» Balie/repro
» Horeca
» Natuurcentrum
» Bibliotheek
» Facilitair
Oriëntatie
In het derde jaar lopen de leerlingen, als het mogelijk is, buiten de school één dag stage per week. De leerling start aan het begin van het jaar met bedrijfsbezoeken om zich te oriënteren. Daarna maakt de leerling een keuze in welke sector hij/zij stage wil lopen. Vanaf de herfstvakantie gaat de leerling naar een bedrijf om kennis te maken met de werkzaamheden in de gekozen sector.
Verdieping
Bij de verdiepingsstage in het vierde en eventueel vijfde jaar gaat de leerling meerdere dagen in een bepaald vakgebied meelopen. Hier ontdekt de leerling of het beroep echt is wat hij/zij wil (motivatie). Ook wordt er gekeken of de leerling in staat is om dit werk te doen (competentie).
Plaatsing
Als tijdens de verdiepingsstage blijkt dat het beroep echt iets is voor de leerling, probeert de school de leerling te plaatsen bij het betreffende bedrijf. Bekeken wordt of de stageplek kan overgaan in een werkplek. Hierbij kan een periode van duaal leren een hulpmiddel zijn. Duaal leren betekent enkele dagen werken bij het bedrijf met een arbeidscontract en daarbij nog enkele dagen naar school.
Vaardigheden
Al vanaf het eerste jaar zijn we bezig met het beoordelen van algemene arbeidsvaardigheden. We bekijken dan o.a. of een leerling kan samenwerken, plannen en organiseren.
Entree
Voor de Entree-opleiding (zie hoofdstuk MBO Entree) dient de laatste stage ook om examen te doen. De leerling moet tijdens zijn/haar stage laten zien de arbeidsvaardigheden te beheersen.